Jeukende handen

Er zijn planten, zoals wolfsmelk of berenklauw, die een bepaald sap uitscheiden als je de stengel breekt. Of als je bladeren eraf trekt. Dat sap is licht of zwaar irriterend. Dus als je geen handschoenen draagt terwijl je ze uit je tuin probeert te verwijderen, zullen je handen de rest van de dag jeuken.
Deze jeukende handen bedoel ik niet.

Laat de bescherming nog even liggen
Als de dagen weer gaan lengen, als er geen greintje vorst meer in de lucht zit en de gedachte aan sneeuw en ijs in het oude jaar is achtergebleven, dan gaan mijn handen jeuken. Dan wil ik zo graag al in de tuin gaan werken. Ik kijk de bollen de grond uit, ik begroet alle kleine groene sprietjes die boven de grond uit piepen als oude vrienden, ik aai de uitlopers aan mijn klimplanten voorzichtig over hun tere blaadjes.
Tussen de dorre bladeren van de hemerocallis zie ik groene puntjes al opkomen. Ik weet dat het oude verlepte blad de wortels beschermt tegen kou die echt nog kan komen, maar ik moet me bedwingen om het er niet af te plukken. Liefst zou ik het jonge groen al de ruimte te geven.

Snoei heesters nog niet

Ook de vlinderstruiken en de uitgebloeide hortensia’s zou ik graag al een snoeibeurt geven. Die uitgebloeide bruine bloemen eraf, een stukje inkorten, zodat ze er weer fris uit zien en van daaruit kunnen gaan uitlopen. Maar ik moet er niet aan denken dat het toch nog koud wordt en de gesnoeide struiken kapot vriezen. Daarom laat ik bruine wintertooi nog zitten, maar oh oh wat is het verleidelijk om toch vast een stukje…

Dit mag wel

Gelukkig zijn er ook dingen die ik wel al mag doen. Opkomend onkruid verwijderen bijvoorbeeld. Nu dat nog klein is, is het ook een klein klusje. Iets wat ik tijdens het langslopen direct even doe. Ieder jaar verbaas ik me er weer over dat het onkruid eerder is dan de vaste planten om ruimte, grond en licht te claimen. En wat ik nu weg haal krijgt geen kans om groot te worden.

Geurende verrassing

En dan kreeg ik nog een welkome verrassing van mijn tuin: afgelopen zomer zijn we verhuisd, en in de voortuin van het nieuwe huis stonden mooie groene struikjes met glanzende zwarte bessen. Zoals je je kunt voorstellen is het rondom een verhuizing nogal druk, dus ik had nog geen tijd genomen om uit te zoeken wat dit voor struikjes waren en hoe ze zich de rest van het jaar zouden gedragen. Maar vorige week stond ik buiten, en er rook iets heel heerlijks. Een soort hyacintengeur maar dan subtieler. Heel zoet en heel lente-achtig. Ik keek om me heen om de oorsprong van deze geur te zoeken. En, je raadt het al, onder de groene bladeren zaten heel kleine witte bloempjes verscholen die verrukkelijk ruiken. En die verspreiden hun heerlijke geur nu niet alleen door de hele voortuin, maar ook binnen. Want ik heb drie takjes afgeknipt om ook in huis van de subtiele lente-geur van de sarcococca (nu wel gauw opgezocht) te genieten. En nee, dat was géén snoeien!